Albarese | Parco Naturale delle Maremma

Capalbio


Colline Metallifere


la costa Toscana

Crete Senesi

         
Abbazia di Monte Oliveto Maggiore

Grosseto


Manciano


Montagnola Senese

         Walking in the Montagnola senese


Montalcino

Monte Amiata

Montepulciano

Prato

Scansano

Siena

          Fonti di Siena

Sorano

Sovana

Val d'Elsa

          San Gimignano

Val d'orcia

          Montalcino

          Pienza

          Sant'Antimo

          San Quirico d'Orcia

          Radicofani

          Walking in the Val d'Orcia


Val di Chiana

         Montepulciano

         Montefollonico


Valle d'Ombrone

 

 

 

 

 

 

 





 
Art in Tuscany

Niki de Saint Phalle, Jean Tinguely and Per Olof Ultvedt, bij de nstallatie van HON – en katedral, (1966) in het Moderna Museet te Stockholm [Photo: Hans Hammarskiöld]

 

Niki de Saint Phalle, Jean Tinguely and Per Olof Ultvedt, bij de installatie van HON – en katedral, (1966) in het Moderna Museet te Stockholm [Photo: Hans Hammarskiöld][1]


Toacana ] Galleria di immagini  
     
   
Niki de Saint-Phalle, HON – en katedral, Moderna Museet te Stockholm (1966)

   
   
  « Elle était là comme une grande Déesse de la fertilité, accueillante et confortable dans son immensité et sa générosité. Elle reçut, absorba, dévora des milliers de visiteurs. La joyeuse et géante créature représenta pour beaucoup de visiteurs comme pour moi le rêve du retour à la Grande Mère».

    Niki de Saint Phalle

Niki de Saint Phalle (Neuilly-sur-Seine, 29 oktober 1930 – San Diego, 21 mei 2002), geboren als Catherine Marie-Agnès Fal de Saint Phalle[5], was een Frans-Amerikaanse kunstschilderes en beeldhouwster.
Niki de Saint Phalle geldt als een boegbeeld van het Nouveau Réalisme, de Franse pendant van de Angelsaksische Pop Art. Zij verwierf vooral bekendheid door haar vaak reusachtige Nana-beelden. Deze over het algemeen grote beelden met veel ronde en bolle vormen - symbolen van vruchtbaarheid en vitaliteit -  zijn een feest van kleur, kinderlijke verbeelding en vrouwelijke kracht. Beroemd is haar mozaïek-techniek die zij voor haar beelden van vooral vrouwen gebruikte. De monumentale beeldentuin Giardino dei Tarocchi in het zuiden van Toscane beschouwt ze als haar magnum opus. Jean Tinguely speelde een grote rol in het leven van Niki de Saint Phalle, zowel in de vroege werken die ze in Parijs realiseerde als in haar levenswerk in Capalbio. De twee kunstenaars en geliefden zouden meer dan dertig jaar intensief samenwerken. In 1982 realiseerden ze samen een 15-delige sculpturale fontein voor het Igor Stravinsky-plein in Parijs. Door de prominente ligging naast het Centre Georges Pompidou zou het een van de bekendste samenwerkingen tussen de twee kunstenaars worden.
Baanbrekend was HON – en katedral. Deze installatie was van 4 juni tot 4 september 1966 te zien in het Moderna Museet te Stockholm en was het resultaat van een samenwerking tussen de kunstenaars Niki de Saint Phalle, Jean Tinguely, Per Olof Ultvedt en de directeur van het museum, Pontus Hultén[4].


Niki de Saint Phalle et Jean Tinguely devant « HON », Moderna Museet, Stockholm, 1966, photo : Hans Hammarskiöld, © Hans Hammarskiöld Heritage

Niki de Saint Phalle et Jean Tinguely voort « HON », Moderna Museet, Stockholm, 1966, [photo : Hans Hammarskiöld, © Hans Hammarskiöld Heritage]

 

Niki de Saint Phalle werd geboren in een katholiek bankiersgezin als dochter van een Franse vader, Graaf André-Marie Fal de Saint Phalle, en een Amerikaanse moeder, de Amerikaanse Jeanne Jacqueline Harper.
De Saint Phalle verwierp de puriteinse, en conservatieve waarden van haar familie, die een burgerlijke moraal met strikte gedragsregels en huiselijke posities voor vrouwen dicteerden. Dichter John Ashbery herinnerde zich dat Saint Phalle's artistieke bezigheden door familieleden werden afgewezen[4].

Ze betrok een studio in de Impasse Ronsin. Deze steeg in Montparnasse was in die tijd al een bekende kunstenaarskolonie, waar ook Constantin Brancusi, Max Ernst, Daniel Spoerri en Jean Tinguely hun atelier hadden[2]. Niki de Saint Phalle woont vanaf eind 1960 samen met Jean Tinguely. Vanaf 1961 produceren ze gezamenlijk werk. Ze trouwden op 13 juli 1971.
Tinguely introduceerde haar in het internationale kunstcircuit, en mede door de samenwerking met Tinguely, ontmoet de Saint Phalle al vroeg Jasper Johns, Robert Rauschenberg, maar ook John Cage en Marcel Duchamp. Jean Tinguely stelt haar ook voor aan Pontus Hulten, de directeur van het Moderna Museet in Stockholm, die haar zal uitnodigen om deel te nemen aan verschillende belangrijke tentoonstellingen[6] .

   
 
   
   
Pontus Hultén en het Moderna Museet in Stockholm

Hultén onderhield altijd een heel speciale band met kunstenaars en sloot vriendschappen voor het leven met Jean Tinguely en Niki de Saint Phalle, wiens carrières hij niet alleen volgde, maar vanaf het begin vorm gaf.

Nadat ze in 1965 haar eerste Nana had gemaakt, haar versie van de oervrouw, maakte ze in 1966 in Stockholm een 27 meter lange liggende Nana, die je via de vagina kon binnenwandelen, HON – en katedral. Als Saint Phalle's eerste architecturale experiment is Hon een duidelijk prototype voor de grootschalige speelhuisjes, grotten en beeldentuinen die haar werk zouden kenmerken[8]. Hon is ook het logische gevolg van een reeks sculpturen van vrouwen van verschillende grootte en uitdrukking waaraan ze al een paar jaar had gewerkt en die ze Nana's had genoemd. Een jaar eerder had ze deze beelden voor het eerst tentoongesteld in de Alexander Iolas Gallery in Parijs (1965) en New York (1966) [7].


Bewogen Beweging en Dylaby

Bewogen Beweging vond plaats in het Stedelijk van 10 maart tot 17 april 1961, waarna het onder de titel Rörelse Konsten naar het Moderna Museet in Stockholm reisde. Het curatorschap van beide tentoonstellingen is toegeschreven aan zowel Pontus Hultén, directeur van het Moderna Museet, als aan de kunstenaar Daniel Spoerri, die waarschijnlijk een centrale rol speelde in de versie in het Stedelijk Museum. Rörelse i konsten (Movement in Art) en Bewogen Beweging, eerden het werk van Marcel Duchamp als voorloper van de kinetische kunst door een versie van het Bicycle Wheel (1913) tentoon te stellen en een afbeelding ervan te reproduceren op de omslag van de catalogus. De jonge Pontus Hultén correspondeerde al in het midden van de jaren vijftig met Marcel Duchamp. Het concept van Movement in Art ontstond in een aantal kleinere tentoonstellingen in de jaren 1950 in Stockholm en Parijs, die artistieke werken introduceerden en samenbrachten die verder gingen dan het gangbare beeld van moderne kunst in die tijd.

In de intensiteit van de uitwisselingen met andere kunstenaars vindt Jean Tinguely een creatieve vervulling en hij levert als curator belangrijke bijdrage voor groepstentoonstellingen over kinetische kunst. Tinguely speelde ook een centrale rol in twee tentoonstellingen Bewogen beweging (1961) en Dylaby (1962) in het Stedelijk Museum. De dynamische verhouding tussen de kunstenaars Spoerri en Tingely en Pontus Hultén en Willem Sandberg, typeert het veranderende kunstklimaat waarbij de zelf(re)presentatie van de kunstenaar ingrijpend veranderde doordat kunstenaars steeds meer als organisator van hun eigen exposities gingen optreden[12]. Dylaby wordt tot op heden gezien als een van de meest toonaangevende tentoonstellingen in de geschiedenis van de moderne kunst. In drie weken tijd transformeerde samensteller Tinguely, samen met de door hem geselecteerde kunstenaars Niki de Saint Phalle, Per Olof Ultvedt, Robert Rauschenberg, Daniel Spoerri en Martial Raysse, de westvleugel van het Stedelijk tot een levendige interactieve installatie. Het publiek kon schieten op met verf gevulde ballonnetjes, de twist dansen naast een opblaaszwembad en zich een weg banen door een zaal vol ballonnen. Dylaby mocht zich met recht het 'dynamisch labyrinth' noemen waarnaar de titel verwees[11].


Willem Sandberg en Niki de Saint Phalle

Willem Sandberg en Niki de Saint Phalle

 

Ook Dylaby was een belangrijke gebeurtenis in de kennismaking met de nieuwe kunst. Spoerri en Tinguely, die met Pontus Hultén Bewogen Beweging hadden samengesteld, werden door Willem Sandberg uitgenodigd een tentoonstelling te maken in het Stedelijk Museum Amsterdam. Zij nodigden op hun beurt Robert Rauschenberg, Martial Raysse, Per Olof Ultvedt en Niki de Saint Phalle uit een installatie te maken met afgedankte spullen[3]. Niki de Saint Phalle was de enige vrouw die deelnam aan Dylaby.

Overtuigd door de kracht van Dylaby, was Pontus Hultén van plan om deze tentoonstelling ook in het Moderna Museet op te zetten, maar het project werd uiteindelijk pas in 1966 in een andere vorm gerealiseerd: Tinguely, Niki de Saint Phalle en Per Olof Ultvedt realiseerden in Stockholm Hon - in katedral (She - a cathedral).
Een grensverleggend kunstwerk en een baanbrekende tentoonstelling.

 

     
Niki de Saint Phalle, Hon/Elle, 1966, Moderna Museet, Stockholm

Niki de Saint Phalle, HON – en katedral, 1966, Moderna Museet, Stockholm

 

HON – en katedral, (SHE – a cathedral), June 4 – September 4, 1966, Moderna Museet in Stockholm

HON – en katedral, (1966, Moderna Museet te Stockholm) was een baanbrekend werk. Niki de Saint Phalle's sculptuur neemt er de vorm aan van een reusachtige liggende zwangere vrouw die de toeschouwers langs de vagina konden betreden. Een verwijzing naar het kunsthistorische archetype van het liggende naakt en het spraakmakende schilderij van Gustave Courbet is niet ver weg.
Het auteurschap van Ho nis is formeel toegewezen aan Niki de Saint Phalle, Jean Tinguely en Per Olof Ultvedt.
HON – en katedral
wordt beschouwd als een mijlpaal in de museumgeschiedenis -

Hon was een gigantisch vrouwenlichaam van zes ton, een zwangere vrouw die met gespreide benen op haar rug ligt. Het lichaam raakte bijna het dak van de museumzaal en lijkt uit de museumruimte te barsten. De titel van de tentoonstelling: Hon- en Katedral,  of She -A Cathedral benadrukt de architecturale structuur van het kunstwerk.
De bezoeker kon de installatie betreden tussen de half gebogen benen van het lichaam, langs de vagina stapte hij het donkere interieur in. De binnenruimte was gevuld met bewegende, roterende machines, die de werkende organen van een lichaam moesten evokeren. De bezoeker kon erin ronddwalen als in een stad. Je kon een drankje nemen in de bar, naar de bioscoop gaan om er de eerste film van Greta Garbo te zien of een tentoonstelling bekijken met imitaties van bekende schilderijen. Er was dakterras bij de navel waar je over het hele lichaam kon uitkijken, een telefooncel, een knuffelhoek op de linkerknie, in een van de borsten was een melkbar geïnstalleerd, en in de andere een planetarium.
In een brief aan haar muze en minnares, Clarice Rivers schreef Saint Phalle over de moeilijkheden bij het maken van Hon. Het is gekrabbeld op een poster uit 1966 voor haar magistrale sculptuur, Hon – en katedral:

'We have about three hundred cuts from the wire, five hundred bruises, burns, glue all over our hair ... She is driving me insane I am completely obsessed. I can’t sleep at night ... When she is finished I’ll go inside with a machine gun and kill anyone who tries to come in. I just can’t bear the idea of all those fucking people walking around inside her.'

Het zwangere lichaam van haar vriendin Clarice Rivers had haar geïnspireerd tot de monumentale Nana-sculpturen.
Tijdens de bouw rekruteerde Saint Phalle de Zwitserse kunststudent Rico Weber, die als afwasser in het museumrestaurant [7]. had gewerkt. In de daaropvolgende jaren zou hij een onmisbare assistent en medewerker worden voor zowel Saint Phalle als Tinguely[7]. Een team van 8 mensen werkte 40 dagen lang intensief aan het beeld, bouwde eerst een frame met metalen wapening, bedekte het met kippengaas, omhulde het met stof die was bevestigd met dierenlijm, en schilderde vervolgens de binnenkant van de behuizing zwart en de buitenkant in felle kleuren.

Na afloop van de tentoonstelling moest het kunstwerk worden afgebroken. Het enige wat er van over is gebleven, zijn de vele foto’s, de later gemaakte tentoonstellingscatalogus en enkele zeldzame filmbeelden.


Niki de Saint Phalle et le projet Hon (English subtitles)

 

In augustus 1967 opende het Stedelijk Museum in Amsterdam de eerste overzichtstentoonstelling van Saint Phalle, Les Nanas au pouvoir. Voor de tentoonstelling creëerde Niki haar eerste Nana Dream House en Nana Fountain en toonde ook plannen voor haar eerste Nana Town.
Niki zou later in haar Giardino dei Tarrocchi een blijvende Oermoeder creëren, de De Keizerin of L’Imperatrice-Sfing en een van haar vroege dromen realiseren. Van 1983 tot 1988 woonde Saint Phalle in de Giardino dei Tarocchi in een klein appartement dat ze had gebouwd in L'Imperatrice. Op de tweede verdieping was in de ene borst haar slaapkamer en in de andere haar keuken. Elk van deze twee kamers had een verzonken cirkelvormig raam, dat van buitenaf bekeken een omgekeerde tepel leek.
In 2000 zou ze zich herinneren:

«Eindelijk zou mijn levenslange wens om in een sculptuur te leven worden vervuld: een ruimte die volledig uit golvende rondingen bestaat ... Ik wilde een nieuwe moeder uitvinden, een moedergodin, en herboren worden in zijn vorm ... Ik zou in de ene borst slapen. In de andere zou ik mijn keuken zetten».[10]

Niki de Saint Phalle, L’Imperatrice-Sfing, Giardino dei Tarocchi, Garavicchio (Capalbio)
Niki de Saint Phalle, L’Imperatrice-Sfing, Giardino dei Tarocchi, Garavicchio (Capalbio) [8]
iki de Saint Phalle, L'Imperatrice, Giardino dei Tarocchi, Capalbio Niki de Saint Phalle, L’Imperatrice-Sfing, Giardino dei Tarocchi, Capalbio Niki de Saint Phalle, L’Imperatrice-Sfing, Giardino dei Tarocchi, Capalbio

Niki de Saint Phalle, L'Imperatrice, Giardino dei Tarocchi, Capalbio

 

Niki de Saint Phalle, L’Imperatrice-Sfing, Giardino dei Tarocchi, Capalbio

 

Niki de Saint Phalle, L’Imperatrice-Sfing, Giardino dei Tarocchi, Capalbio

Niki de Saint Phalle, L’Imperatrice, interno con un vorticoso mosaico di specchi, Giardino dei Tarocchi, Capalbio   Niki de Saint Phalle, L’Imperatrice, interiore con Camera da letto, Giardino dei Tarocchi, Capalbio   Niki de Saint Phalle, L’Imperatrice, interno della scultura con il bagno, Giardino dei Tarocchi, Capalbio

Niki de Saint Phalle, L’Imperatrice, interno con un vorticoso mosaico di specchi, Giardino dei Tarocchi, Capalbio

 

 

Niki de Saint Phalle, L’Imperatrice, interno con la camera da letto, Giardino dei Tarocchi, Capalbio

 

Niki de Saint Phalle, L’Imperatrice, interno della scultura con il bagno, Giardino dei Tarocchi, Capalbio

         
 
   

Bibliografia


Sinister plezier, hoe het labyrint ons voorbereidde op het postinternet tijdperk - Features - Metropolis M | www.metropolism.com

Het symposium Lose Yourself! – A symposium on Labyrinthine Exhibitions as Curatorial Model vond plaats in het Stedelijk Museum te Amsterdam. Centraal stonden de iconische tentoonstellingen Dylaby in het Stedelijk Museum Amsterdam (1962) en Hon, en katedral (She – a Cathedral) in het Moderna Museet Stockholm (1966).

Lidija Haas, Niki de Saint Phalle, London Review of Books, Vol. 43 No. 16 · 12 August 2021 | www.lrb.co.uk

Pop Gun Art — Art Expanded, 1958–1978 | Walker Art Center | walkerart.org

Jean-Louis Ferrier, Yann Le Pichon, L'Aventure de l'art au xxe siècle, Paris, Éditions du Chêne-Hachette, 1988, 898 p. (ISBN 2-85108-509-3)- préface de Pontus Hultén

Collectif Grand Palais (dir.), Niki de Saint Phalle : 1930-2002, Paris, RMN, 2014, 367 p. (ISBN 978-2-7118-6151-4).
catalogue établi à l'occasion de l'exposition au Grand Palais Paris, et de l'exposition au musée Guggenheim (Bilbao) avec la participation de la Niki Charitable Art Foundation de Santee (Californie).

Eléonore Duchêne, Niki de Saint Phalle et Jean Tinguely. Les Bonnie & Clyde de l'art contemporain, 2014, Niki de Saint Phalle au Grand Palais, Paris | www.academia.edu

 

 

 
Album Giardino dei Tarocchi, Capalbio

   
Jean Tinguely et Niki de Saint Phalle dans L'Impasse Ransin, Montparnasse, Paris [foto: Vera Mercer; © Vera Mercer/courtesy °CLAIR Galerie]   Niki de Saint-Phalle, Tir- séance 26 juin, Paris, Impasse Ronsin, 1961. Left to right, shooting at pigment sacks hung on tableau: Jean Tinguely, Niki de Saint-Phalle, unidentified man kneeling [foto: Shunk-Kender]
  Jean Tinguely et Niki de Saint Phalle

Jean Tinguely et Niki de Saint Phalle dans L'Impasse Ransin, Montparnasse, Paris

 

Niki de Saint-Phalle, Tir- séance 26 juin, Paris, Impasse Ronsin, 1961 (Jean Tinguely, Niki de Saint-Phalle, en een onbekende man [foto: Shunk-Kender]

 

Niki de Saint Phalle en Jean Tinguely

 

    Niki de Saint Phalle, le 23 août 1967, lors de l'installation de sa première exposition muséale, intitulée Les Nanas au pouvoir, au Stedelijk Museum Amsterdam   Le Cyclop de Jean Tinguely (Milly-la-Forêt)
   

Niki de Saint Phalle, 23 augustus 1967, tijdens de installatie van haar eerste museumtentoonstelling, getiteld Les Nanas au pouvoir, in het Stedelijk Museum Amsterdam

 

 

Le Cyclop de Jean Tinguely (Milly-la-Forêt)

 

Capalbio, Gallerìa fotogràfica Giardino dei Tarocchi

 

   
Niki de Saint Phalle, La Papessa (particolare), Giardino dei Tarocchi, Garavicchio (Capalbio)     Niki de Saint Phalle, La Torre di Babele, Giardino dei Tarocchi, Capalbio

Niki de Saint Phalle, La Papessa (particolare), Giardino dei Tarocchi, Garavicchio (Capalbio)

 

Niki de Saint Phalle, Il mago (particolare), Giardino dei Tarocchi, Capalbio

 

 

Niki de Saint Phalle, La Torre di Babele, Giardino dei Tarocchi, Capalbio

 

 

Holiday Accommodation Tuscany


Tuscan Maremma | Tuscan Holiday houses | Podere Santa Pia

 

Colline sotto Podere Santa Pia
 

Podere Santa Pia

 

Colline sotto Podere Santa Pia

 

 

Podere Santa Pia, terrazza

   

Amelia Jones, Wild Maid, Wild Soul, A Wild Wild Weed: Les Féminités Féroces de Niki de Saint Phalle vers 1960–1966, in Niki de Saint Phalle 1930–2002, exh. cat., ed. Camille Morineau (Paris: Grand Palais, 2014 | www.grandpalais.fr

PIERSON, Mickaël, Niki de Saint Phalle et le Nouveau Réalisme, Le 22 Septembre 2014 | www.grandpalais.fr

Hulten, Pontus (1995). Niki de Saint Phalle : Kunst- und Ausstellungshalle der Bundesrepublik Deutschland. Stuttgart: Verlag Gerd Hatje.

Niki de Saint Phalle’s Killing Game: Participation, Happenings and Theatre

Le Grand Palais, Les Tirs de Niki de Saint Phalle, 29 septembre 2014 | www.youtube.com

Documentaire Arte, Emission Arts cultures, Niki de Saint Phalle & Jean Tinguely – Les Bonnie & Clyde de l’Art, 55′, | www.youtube.com

A Monster in Belgium – The Dragon of Knokke | /nikidesaintphalle.org

Niki de Saint Phalle | Officiële website

Wikipedia (Fr) | Sélection d'œuvres

Officiële websites Giardino dei Tarocchi | Versies in Italiaans, Engels, Duits en Frans

Beth Kearney, L'Art féministe de Niki de Saint Phalle, Dire, 2018 | www.academia.edu

Annika Öhrner, Niki de Saint Phalle Playing with the Feminine in the Male Factory: HON – en katedral | www.stedelijkstudies.com

Traveling in Tuscany | Il parco dei Mostri di Bomarzo

 

Catalog of the Niki de Saint Phalle Nana's exhibition, New York, Alexander Iolas Gallery, 1966

Tentoonstellingscatalogus van Niki de Saint Phalle Nana's, New York, Alexander Iolas Gallery, 1966

         

[1] Niki de Saint Phalle, Jean Tinguely and Per Olof Ultvedt, bij de installatie van HON – en katedral, (1966) int Moderna Museet in Stockholm [photo : Hans Hammarskiöld, © Hans Hammarskiöld Heritage]
[2] [Impasse Ronsin – Murder, Love and Art in the Hearth of Paris, Museum Tinguely, Basel, Kehrer Verlag 2020]
[3] Cyrille Offermans, Garavicchio – of all places. De droomtuin van Niki de Saint-Phalle, Raster #46, 1989
[4] Amelia Jones, Wild Maid, Wild Soul, A Wild Wild Weed: Les Féminités Féroces de Niki de Saint Phalle vers 1960–1966, in Niki de Saint Phalle 1930–2002, exh. cat., ed. Camille Morineau, Paris: Grand Palais, 2014, p. 8/16.
De Zweeds-Amerikaanse kunstenaarClaes Oldenburg was aanvankelijk door Pontus Hultén ook uitgenodigd om deel te nemen aan ‘een grootschalig samenwerkingsproject’, net als de Franse kunstenaar Martial Raysse. Oldenburg verliet na een tijdje het project omdat Hultén hem uitnodigde voor een solotentoonstelling in de periode direct na Hon. Van 3 tot17 september 1966 zou een overzichtstentoonstelling van sculpturen en tekeningen van Oldenburg worden geopend, met het Slaapkamer Ensemble (1963) als sleutelwerk.
Voor een verslag van de totstandkoming van de tentoonstelling Claes Oldenburg: skulpturer och teckningar, zie Annika Gunnarsson, Sam Francis and Claes Oldenburg: Two Americans, in Pontus Hultén and Moderna Museet: The Formative Years, ed. Anna Tellgren (Stockholm: Moderna Museet, 2017), pp. 128–139.
[5] John Ashbery, Reported Sightings: Art Chronicles, 1957-1987, Knopft, 1989
[6] Tijdens zijn jaren als museumdirecteur zette Pontus Hultén Moderna Museet op de internationale kunstkaart. Het museum verstevigde in 1968 zijn rol als locatie voor kritische experimenten buiten de traditionele rol van beeldende kunst toen het museum werd gebruikt als platform voor de actiegroep Aktion Samtal (Actiedialoog). Pontus Hultén werd later de eerste directeur van het Centre Pompidou in Parijs, en zou een van de grote verluchtingselementen van het gebouw schenken aan Tinguely voor de realisatie van Le Cyclop. Later werd hij directeur van het Jean Tinguely Museum in Basel, waar hij de inaugurele tentoonstelling cureerde. Over Pontus Hultén zei Niki de Saint Phalle ooit: "[[he had] the soul of an artist, not of a museum director." [Hans-Ulrich Obrist, "The hang of it - museum director Pontus Hultén - Interview", Artforum, No. 4, 1997.]
[7] Pierre Descargues was in zijn inleiding tot de catalogus de eerste die de Nana's associeerde met prehistorische beeldjes van Venuses en de Grote Moeder.[]
[8] Photo by aurelio candido,  published under a Attribution-NonCommercial-NoDerivs 2.0 Generic (CC BY-NC-ND 2.0) license.
[9] Saint Phalle, Niki de. "Il Giardino dei Tarocchi" (PDF). Il Giardino dei Tarocchi. Fondazione Il Giardino dei Tarocchi.
[10] Ontleend aan het wikipedia artikel, Niki de Saint Phalle, geraadpleegd op 18 08 2021.
[11] Jean Tinguely – Machinespektakel, 1 okt 2016 t/m 4 mrt 2017 in het Stedelijk Museum, Amsterdam | www.stedelijk.nl
[12] The Artist as Curator. Collaborative Initiatives in the International Zero Movement 1957-1967 (red. Tiziana Caianiello & Matthijs Visser), MER Paper Kunsthalle/ZERO foundation, Gent/Düsseldorf, 2015.
Zie ook Fieke Konijn, Artistiek self-management in de jaren vijftig en zestig. Over The Artist as Curator. Collaborative Initiatives in the International Zero Movement 1957-1967 | www.dewitteraaf.be
The Artist as Curator wil aantonen dat in de periode 1957-1967 niet alleen het kunstbegrip, maar parallel hieraan ook de wijze van zelf(re)presentatie van de kunstenaar ingrijpend veranderde, en wel doordat kunstenaars steeds meer als organisator van hun eigen exposities gingen optreden. De titel van het boek suggereert zelfs onomwonden dat het (hedendaagse) type van de kunstenaar-curator tijdens dat decennium ontstaan is.