|
|
Al in de twaalfde eeuw ontstond in Monteroni d'Arbia een spedale om pelgrims en kooplieden te verwelkomen die langs de Via Francigena reisden. Monteroni d'Arbia ligt in de omgving van Siena, ongeveer 13 km ten zuiden van de stad. Cuna, dat met zijn kerk iets verder stroomafwaarts ligt, beschikte al sinds de 11e eeuw over een ziekenhuis. Het was een ontvangstpunt voor reizigers en pelgrims die in groten getale door deze nederzetting trokken. In de 13e eeuw kwam het gehele gebied onder Sienese controle en een bepaalde boerderij, gelegen op de poggiarello van “Cuna e Castelluccio”, werd uitdrukkelijk geschonken aan het Sienese Ospedeale della Scala en op die fundamenten begon de bouw van de grancia of graanschuur.
Vanaf dat moment ontwikkelden grancia of versterkte boerderij, en dorp zich hand in hand. Het was in 1295 dat de legaten werden gedaan aan de toenmalige rector van Santa Maria della Scala, Ristoro di Giunta. Het echte begin van de geschiedenis is echter te danken aan zijn opvolger, Giovanni di Tese Tolomei. In september 1314 werd met de bouw van het monumentale gebouw begonnen.
De grancia werd gebouwd als centrum voor het verzamelen van graan en landbouwproductie die nodig waren voor het levensonderhoud van het ziekenhuis van Santa Maria della Scala in Siena. De Grancia di Cuna is één van de best bewaarde versterkte boerderijen in het Sienese gebied.
Cuna heeft, juist vanwege de strategische ligging aan de Francigena, meerdere pausen en koningen ontvangen: in 1386 Urbanus VI, in 1420 Martinus V en in 1451 Paulus III. In 1640 overleed Karel van Guise, afkomstig uit de familie Lotharingen, en volgens de overlevering rusten zijn ingewanden nog steeds in de dorpskerk.[3]
De Grancia di Cuna valt op door zijn monumentale verschijning in het landschap van de Crete Senesi. Het indrukwekkende gebouw geeft ons een idee hoeveel het Siënese bestuur geïnvesteerd heeft in de bouw en bescherming ervan. Het is tot op de dag van vandaag een fundamenteel historisch getuigenis van een middeleeuwse versterkte boerderij en een van de meest bijzondere en interessante architectonische complexen op het Siënese platteland.
Grancia van Cuna, het oudste bewijs van een middeleeuwse versterkte nederzetting
In 1295 kocht Ristoro di Giunta, de rector van het Spedale Santa Maria della Scala, een van de machtigste instellingen van die tijd, de grancia aan. Vanaf dat moment ontwikkelde de Grancia zich tot een klein autonoom ommuurd gehucht, met poorten en torens, huizen en een boerderij in het centrum. Bij zijn overlijden liet hij de hele heuvel na aan Santa Maria della Scala. Vanaf dat moment werd begonnen met de bouw van een versterkte boerderij die het middelpunt zou worden van alle bezittingen van het ziekenhuis in de Val d'Arbia. De werkzaamheden zijn vermoedelijk begonnen in 1314, op initiatief van Ristoro's opvolger, Giovanni de' Tolomei.
Als gevolg van sterke politieke en militaire instabiliteit, werd de Spedale gedwongen om de graanschuur te versterken (grancia was in feite de term voor de versterkte graanschuren).
Een kleinen geschiedenis
De boerderij van Cuna bestuurde een uitgestrekt gebied met huizen, boerderijen, winkels, duiventillen, steen- en kalkovens, molens en herbergen. Bovendien diende het als opslagplaats voor tarwe, meel en granen, die vanuit de hele omgeving naar het ziekenhuis van Siena werden aangevoerd. Het was de belangrijkste leverancier van meel aan de stad Siena en diende ook als reserveopslagplaats in geval van epidemieën en hongersnoden.
Al het graan en de tarwe van de landgoederen die Santa Maria della Scala in de omgeving had, stroomden naar het imposante gebouw, zozeer zelfs dat we het vaak de “graanschuur van het ziekenhuis” noemen. Het werd geleid door een groep medewerkers onder leiding van een "grancere" (om het de lezer duidelijk te maken, bijna de "factor" van de moderne tijd, ook al is het heel grof gezegd). Vanwege de grote politieke en militaire instabiliteit en nadat het verschillende keren was aangevallen door huurlingen, werd de boerderij in 1366, op verzoek van de omliggende gemeenschappen aan de Algemene Raad van Siena, versterkt, omgeven door muren en uitgerust met een permanent gewapend garnizoen voor de verdediging. In de daaropvolgende eeuw werd een tweede ring van muren gebouwd, die de boerderij en het hele dorp dat eromheen was ontstaan, omsloot. Van deze cirkel zijn de hoofdpoort en de toren nog intact. Cuna werd in 1554, tijdens het beleg van Siena, zwaar geplunderd door de keizerlijke troepen [3].
Tijdens de tweede helft van de 16e eeuw werd er een dak toegevoegd aan de boerderij en torens die de al bestaande kantelen bedekten. Het landhuis, tussen de twee muren, dateert uit de 17e eeuw.
Giovanni de' Tolomei liet net buiten de muren ook de chiesa dei Santi Jacopo e Cristoforo bouwen die zowel door de boeren als de pelgrims gebruikt kon worden, zoals blijkt uit de toewijding van de pelgrims aan Giacomo il Maggiore en Cristoforo. De vestingwerken werden nog in de 14e eeuw voltooid.
Door de eeuwen heen hebben verschillende pausen en koningen in Grancia di Cuna verbleven, van Urbanus VI in 1386 tot Martinus V en Paulus III. Karel van Lotharingen stierf hier in 1640.[3]
Een rijk verleden, een onzekere toekomst
De Grancia di Cuna t verkeert al geruimetijd in een vergaande staat van verval. Het schitterende middeleeuwse gebouw raakt steeds meer onderkomen door de blootstelling aan weersinvloeden, aangezien het geen dak heeft en enkel door een zeil bedekt wordt. Het is hartverscheurend om te zien hoe zo'n imposant en belangrijk complex, een unieke getuigenis van de middeleeuwen in Siena, in verval raakt.
Toch is er een soort hoop. Sedert 2021 is de Via Francigena opgenomen in het Toscaanse Recovery Plan, of het Piano Nazionale di Ripresa e Resilienza (het Nationale Herstel- en Veerkrachtplan). Er bestaan plannen om de Via Francigena opnieuw te verplaatsen naar zijn oorspronkelijke route die door Cuna liep, waardoor fondsen die door het Herstelplan zijn toegewezen voor de herontdekking van de historische dorpen aan de Via Francigena, en om de oude paden, de ontvangstplaatsen voor pelgrims en de historische waardevolle bouwwerken te verfraaien, die precies verbonden zijn met het eeuwenoude verleden van hen die op deze wegen hun voetafdrukken vóór ons hebben achtergelaten. Cuna is bijvoorbeeld het enige ‘waterpunt’ op de route van Siena naar Buonconvento en kan een sleutelrol spelen in deze herwaardering van de historische context van de pelgrimsroute [3].
|

|
Panorama van de Grancia di Cuna (in renovatie, met het voorlopige beschermende dak), Monteroni d’Arbi [1]
|
|
Het complex bestaat uit een klein ommuurd gehucht en de versterkte boerderij die uitkijkt over het driehoekige plein dat toegankelijk is via de toegangstoren. De hoofdingang leidt ons naar een L-vormige binnenplaats, vanwaar we toegang hebben tot de interne opslagruimtes.
|
 |
|
 |
|
 |
Grancia di Cuna, de zuidelijke muur van de Grancia
|
|
Grancia di Cuna, cortiletto, la casatorre
|
|
Grancia di Cuna, mura sud della grancia, torro d'angolo, Monteroni d’Arbia, Val d’Arbia
|
Voorbij de hoofdingang liggen de hellende vlakken naar de graanschuren, die ook door lastdieren gebruikt konden worden. Ze dateren uit de achttiende eeuw.
|

|
Grancia di Cuna, rampa verso i granai, del xviii secolo, Grancia di Cuna, Cuna, frazione van Monteroni d’Arbia [2]
|
|
 |
|
 |
|
 |
Grancia di Cuna, passaggio con volta a ombrello sotto la casatorre |
|
Grancia di Cuna, passaggio con volta a ombrello sotto la casatorre
|
|
Grancia di Cuna, passaggio con scala da mulo verso i granai |

|
Grancia di Cuna, passaggio con volta a ombrello sotto la casatorre, Monteroni d’Arbia, Val d’Arbia [2]
|
|
|
a [1]
|
Grancia di Cuna
Via Cassia Nord, 1444. More di Cuna (Monteroni d ’Arbia).
Het complex is al geruime tijd in restauratie, waarbij de daken en hellingbanen worden gerestaureerd. Het complex staat daarom gedeeltelijk in de steigers en is niet toegankelijk voor bezoekers.
|
|
|
|
|
|

|
Grancia di cuna, mura sud della grancia, Monteroni d’Arbia, Val d’Arbia [2]
|
|

|
Grancia di Cuna, zuidelijke muur van de grancia, een van de twee hoektorens,
Monteroni d’Arbia, Val d’Arbia [2]
|
De naam Monteroni d’Arbia is afgeleid van één van de heuvels die boven de nederzetting uittorent, genaamd Monte Roni. De ontwikkeling van het dorp is verbonden met de uitbreiding van de Spedale di Santa Maria della Scala van Siena, die grond in dit gebied verwierf aan het begin van de 13e eeuw. De nederzetting ontwikkelde zich geleidelijk rond een versterkte molen langs de Via Francigena (of Via Romea). In de buurt werd vervolgens een 'grancia' (boerderij-fort) gebouwd, die ook dienst deed als schuilplaats en ziekenhuis voor pelgrims. In 1554 werd het dorp belegerd door de militie van Firenze tijdens de laatste van vele oorlogen tegen Siena. Later werd het dorp onderdeel van het Groothertogdom van Toscane tot de Eenwording van Italië.
De Grancia di Cuna bestaat uit een groot vierkant blok met schuine muren en twee hoektorens met verdedigingsstructuren die aan de zuidelijke voorkant uitsteken.
|
 |
|
 |
|
 |
Grancia di Cuna, huizen aan de westelijke zijde
|
|
Grancia di Cuna, huizen aan de westelijke zijde |
|
Grancia di Cuna, mura sud della grancia, Torro d'angolo, Monteroni d’Arbia |
De Torre dei Pomodori in Isola d'Arbia (I.D.I.T.: Industria di Disidratazione Isola Tressa). Industriëel erfgoed voor een Deposito Organizzato di Arte Contemporanea
|
De Torre dei Pomodori is een IDIT-droogtoren, bedoeld voor het vriesdrogen van tomaten en gebouwd in de jaren 60 om de industrialisatie in de provincie Siena aan te moedigen. De bouw van de 78 meter hoge toren begon in 1959 en werd voltooid in een voor die tijd recordtijd. De fabriek was ontworpen om landbouwproducten, voornamelijk tomaten, te vriesdrogen met behulp van een behandeling die was uitgevonden door een Duitse chemicus, die de natuurlijke vruchten omzette in een droog product dat lang kon worden bewaard. Het dehydratieproces zou worden uitgevoerd met behulp van hete, droge lucht die onderin de toren werd geïnjecteerd, samen met de gelijktijdige val van verpulverde tomatenpulp in het vacuüm van de silo, zodat deze in poedervorm op de bodem kon teruggewonnen worden.
Het complex werd in 1961 ingehuldigd. Al in 1966, na twee korte jaren van lukrake werking, ging het bedrijf failliet en werd het definitief gesloten, zonder ooit de volledige productiecapaciteit te hebben bereikt.
Nu, bijna zestig jaar later, staat de toren er nog steeds maar is onderhevig aan een proces van onvermijdelijke, vaak ook opzettelijke desintegratie, waardoor de toren uiteindelijk ook werd ontdaan van zijn fragiele oorspronkelijke glazen bekleding en alleen de essentiële structuur van ijzer en cement overbleef.
Door een gebrek aan financiering zijn er geen plannen om het complex te restaureren of zelfs af te breken. Het idee het gebouw als centrum voor hedendaagse kunst om te vormen werd een tijdlang in overweging genomen. De fototentoonstelling L'industria della polvere, die in 2021-2022 in het Museo di Santa Maria della Scala werd gehouden, had het debat over deze Torre dei Pomodori kunnen heropenen.
Het beheer van industriële archeologie, een denken dat gericht is op het terugvinden van artefacten uit het industriële verleden, heeft in Italië nooit voet aan de grond gekregen. Het debat over de IDIT toren had kunnen leiden tot de revitalisatie van de industriële archeologie, of kunnen zorgen voor een andere kijk op ons recente verleden en bijdragen tot een steviger beleid rond het industrieel erfgoed.
Meer informatie op www.santamariadellascala.com
|
|

IDIT-droogtoren nabij Isola D'Arbia. Industriële installatie voor de behandeling en het drogen van tomaten, Isola D'Arbia, Siena
Carlo Vigni, dalla serie L'industria della polvere, 2021
|
La Via Francigena dai dintorni di Siena e Buonconvento
Tegenwoordig loopt het grootste deel van de Via Francigena niet meer door Cuna, wat historisch nochthans juist zou zijn aangezien er al sinds de 11e eeuw in het dorp een hospitium was dat de pelgrims verwelkomde, en die hier voedsel en onderdak voor de nacht kregen.
Siena - Ponte d'Arbia - Buonconvento | Via Francigena | 26 km
Un percorso impegnativo lungo le strade bianche della Val d'Arbia, con panorami caratterizzati dal profilo di Siena, adagiata sulle colline all'orizzonte.
Buonconvento - San-Quirico-d'Orcia | Via Francigena | 17 km
Questo itinerario inizia a Buonconvento, vicino al Ponte d'Arbia, e conduce a San Quirico d'Orcia, nel cuore della Val d'Oria.
Corsano - Ponte d'Arbia | 19 km
Castelli e Paesaggi Senesi | Anello Corsano Poggio ai Frati, Monteroni d'Arbia | Intorno alla Pieve di San Giovanni a Corsano [Monteroni d'Arbia] | Mappa
|
|
De twaalfde etappe van de Via Francigena in Toscane, van Siena naar Ponte d'Arbia
|
La Locanda del Trompalocchio
|
|
La Locanda del Trompalocchio, Piazza della Grancia, Cuna [4]
|
Restaurants
La Locanda del Trompalocchio
Piazza della Grancia, 133, 53014 Cuna
+393358467799
|
|
|

|
|
|
 |
|
 |
|
 |
Poggio ai Frati e Siena sul sfondo, Monteroni d'Arbia
|
|
Grancia di Cuna in restauro, Cuna, Monteroni d’Arbia, Siena
|
|
Cuna, frazione di Monteroni d'Arbia, con Ingresso della Grancia e Chiesa dei Santi Giacomo il Maggiore e Cristoforo
|
 |
|
 |
|
 |
Castello delle Quattro Torra e Siena sul sfondo, visti da Villa Montechiaro
|
|
Panorama Pieve di San Giovanni Battista al Bozzone, Siena |
|
Presciano, un paese fantasma, Siena |
|
|
 |
|
 |
Ponte d'Arbia, frazione di Buonconvento
|
|
Lucignano d'Arbia, Monteroni d'Arbia, Siena |
|
Cuna, frazione di Monteroni d'Arbia, con l'ngresso della Grancia e la Chiesa dei Santi Giacomo il Maggiore e Cristoforo
|
 |
|
 |
|
 |
Ville di Corsano, Monteroni d'Arbia, Siena |
|
Castello di Grotti, Ville di Corsano, frazione Monteroni d'Arbia
|
|
Villa Il Colle
|
 |
|
 |
|
 |
San Giovanni Battista a Corsano (Monteroni d’Arbia), Siena
|
|
Buonconvento, Porta Senese
|
|
Torre dei Pomodori, Isola d'Arbia, Siena |

|
|
 |
|
 |
View from a hill in the Crete Senesi. In the background you can see Siena
|
|
Bellissime luci del tramonto su Siena e il Site Transitoire, da Mucigliani, Crete Senesi, Asciano |
|
Il Cipresso Solitario di Ville di Corsano, Monteroni d'Arbia
|
| |
 |
|
 |
Murlo
|
|
Murlo, Porta e mura medievali |
|
Palazzo Vescovile, ora Antiquarium di Poggio Civitate, Museo Archeologico, Borgo di Murlo, Siena, Toscana
|


Podere Santa Pia is het ultieme natuurhuis ten zuiden van Montalcino en de Val d'Orcia. Dit voormalige kleine klooster werd zorgvuldig maar eenvoudig gerenoveerd tot een prachtig vakantiehuis waarbij veel van de traditionele Toscaanse kenmerken behouden bleven. De originele terracottavloeren, de ingewerkte voederbakken en de plafonds van houten balken getuigen van een ander verleden.
De ligging van het natuurhuis is fabelachtig. Een lange slingerende strada bianca brengt je van Castiglioncello Bandini naar een klein plateau waarop dit huis gebouwd werd. Hier ontvouwt zich een prachtig uitzicht over de valleien van de Ombrone en de Val d'Orcia die in Cinigiano samenvloeien. Rollende heuvels met steeds wisselend strijklicht reiken tot aan de kust, en bij helder weer kan je zelfs het mythische eiland Montecristo en Corsica zien liggen.
De mooiste vakantiehuizen in Toscane | Podere Santa Pia
|
|
|
 |
|
 |
Een authentiek vakantiehuis in de Toscaanse Maremma
|
|
A beautiful early evening by the pool, in the resplendent Tuscan sun, time takes on a languid quality
|
|
Visia da Podere Santa Pia, fino al mare e Montecristo
|
|
|
|
|
|
|
A beautiful spring morning by the pool, an natural jewel nestled amidst the verdant Tuscan hill
|
|
|
|
|
|

[1] Foto di
[2] Foto di Francesco Bini, licenziato in base ai termini della licenza Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 Internationa
[3] Maura Martellucci, La Grancia di Cuna: il granaio del Santa Maria della Scala | www.noiframmentidisiena.it
[4] Fonte: La Locanda del Trompalocchio Instagram, ideata da @chiarazanis | www.instagram.com/lalocandadeltrompalocchio
[5] De legers van Cosimo de Medici, aangevoerd door maarschalk Strozzi wonnen op 2 augustus 1554 een veldslag bij Montemurlo. Ter herinnering aan deze overwinning op de feestdag van de heilig verklaarde Paus Stefanus I de Martelaar stichtte de Toscaanse groothertog een Militaire Ridderorde onder de naam Heilige en Militaire Orde van Sint-Stefanus Paus en Martelaar (Italiaans: "Ordine di Santo Stefano Papa e Martire").
De Orde had militaire doelen: het tegengaan van piraterij op de in die tijd door piraten geteisterde Middellandse Zee, het bevrijden van slaven uit gevangenschap in Noord-Afrika en het verdedigen van de Katholieke Kerk. Net als de Spaanse voorbeelden en de Orde van Malta nam de orde ook een regel aan, men koos voor die van Benedictus. [Foto di Francesco Bini, licenziato in base ai termini della licenza Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 Internationa]
LigaDue, licenziato in base ai termini della licenza Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 Internationa
Bibliografia
De Torre dei Pomodori in Isola d'Arbia | www.santamariadellascala.com
Fabio Gabbrielli, The Medieval Grange of Cuna – Siena (Italy). Interdisciplinary Studies on Masonry Structures, 2019, RILEM Bookseries | www.academia.edu
Elisabetta Giorgi, Grancia of Cuna: From the Complexity of the Historical Building to a Composed Knowledge for the Project, 2014, Research for Development | www.academia.edu
Emanuele Repetti, «Cuna Archiviato il 20 giugno 2023 in Internet Archive.» in Dizionario geografico fisico storico della Toscana, vol. 1, Firenze, p. 837.
G. Coscarella, F.C. Franchi, La grancia di Cuna in Val d'Arbia: un esempio di fattoria fortificata medievale. 1982, 70 p. , Firenze, Libreria editrice Salimbeni, 1983.
Mario Ascheri, Lo spazio storico di Siena, Cinisello Balsamo, Fondazione Monte del Paschi, 2001.
|
|
|